Doorhalen of met de laatste trein naar huis, druk verhuizen of rustig op het oude nest blijven: wie aan een studie begint, maakt de keuze om op kamers te gaan of niet. Dat is een spannende keuze. In dit artikel lees je over de voor- en nadelen van op kamers gaan.
Eerst even kort wat cijfers: het aantal studenten op kamers is de afgelopen tien jaar flink gedaald. In het collegejaar 2015-2016 woonde 53 procent van de studenten in Nederland op kamers. Acht jaar later, in het collegejaar 2023-2024, is dat slechts 44 procent.
Woon je op kamers? Dan studeer je waarschijnlijk aan de universiteit. Slechts iets meer dan een kwart van de studenten aan de universiteit woont nog thuis. Op het hbo geldt dat voor zestig procent en op het mbo zelfs voor tachtig procent. Dat is logisch: mbo-studenten zijn vaak jonger dan studenten op het hbo of aan de universiteit. Studenten hebben dan minder de behoefte om uit huis te gaan, en vaak is er ook geen geld voor.
Een belangrijke reden voor de daling van het aantal studenten dat op kamers gaat, was immers de afschaffing van de basisbeurs in 2015. Toen hbo- en wo-studenten geen basisbeurs meer ontvingen, moesten zij vaker en meer lenen om hun studie te betalen. In 2023 steeg het aantal uitwonende studenten voor het eerst weer. Dat is niet verassend: in 2023 kwam ook de basisbeurs voor studenten weer terug.
Daarnaast is het studentenleven nou eenmaal duur: voor wie huur, collegegeld, studieboeken, en boodschappen moet betalen lopen de kosten snel op. Zelfs voor studenten die in het ouderlijk huis financieel moeten bijdragen, is thuiswonen alsnog de goedkoper dan een huurwoning. Niet op kamers gaan is dan ook een veel gekozen manier om geld te besparen en minder of geen studieschuld op te bouwen.
Een belangrijke reden waarom studenten toch op kamers gaan, is reistijd. Voor wie een lange reis moet afleggen om van hun (ouderlijk) huis naar de universiteit of hogeschool te komen, is een kamer huren soms meer noodzaak dan een keuze. Voor studenten die dichterbij wonen, ligt de keuze wat genuanceerder. Met een goede, flexibele trein- of busverbinding kan reistijd zelfs een prettige mogelijkheid bieden om bijvoorbeeld een college voor te bereiden of tentamenstof nog een keer door te nemen.
Veel studenten die op kamers gaan, kiezen voor de vrijheid. Zonder ouders die zeggen wat je wel en niet mag, leren ze hun eigen boontjes doppen. Uitwonende studenten ontwikkelen meer een eigen identiteit en leren hoe ze verantwoordelijkheid moeten nemen. Ga maar na: er is in je eigen kamer niemand die je ergens de schuld van kan geven, behalve jezelf.
Verhuizen naar een studentenstad betekent dat het studentenleven zich (vaak letterlijk) om de hoek afspeelt. Een belangrijk voordeel van op kamers gaan is dat borrels, feestjes en meer studentikoze gezelligheid gemakkelijk te bereiken is. Dit maakt het bouwen en onderhouden van nieuwe vriendschappen gemakkelijker, wat voor veel studenten een belangrijke motivatie is om uit huis te gaan. Hier staat tegenover dat op kamers gaan ook eenzaam kan zijn, en dat de overgang van een vol, gezellig ouderlijk huis naar een kamer voor jezelf niet altijd gemakkelijk is voor studenten.
Uiteindelijk is de keuze om wel of niet op kamers te gaan voor elke student een persoonlijke beslissing. Beginnen aan een nieuwe studie betekent voor iedereen het begin van een volgende fase, vol nieuwe vrienden en ervaringen. Voor wie daarbij een nieuwe vrijheid wil ontdekken, met meer verantwoordelijkheid en zelfstandigheid, is op kamers gaan een perfect idee. Een nieuw leven opbouwen kan echter ook vanuit het oude en vertrouwde huis. Een kamer zoeken is ook niet altijd even gemakkelijk. Wel zijn er handige sites, zoals Kamernet of groepen op Facebook die je hierbij kunnen helpen. Maar begin op tijd!
Deze blog is tot stand gekomen in samenwerking met Keuzegids, dé onafhankelijke studievergelijker. Meer informatie? Kijk op https://keuzegids.nl/.
Neem contact op via het contactformulier
of bel ons op 088 – 3926353.