De decentrale selectie, ook wel de “selectie aan de poort” genoemd is inmiddels bij een aantal studies op de universiteit en het Hbo ingevoerd. Vooral de vroegere lotingstudies, zoals geneeskunde, hanteren nu dit systeem. De verwachting is dat steeds meer opleidingen de decentrale selectie gaan toepassen. Dat betekent dat jij als (aankomend) student hier waarschijnlijk mee te maken gaat krijgen.
De decentrale selectie kan per onderwijsinstelling verschillen. De universiteiten en hogescholen hebben zelf namelijk veel vrijheid om de selectieprocedure in te vullen. Wat er van je verwacht wordt heeft natuurlijk veel te maken met het type opleiding dat je wilt gaan volgen. Zo zal er bij bètastudies natuurlijk worden gekeken hoe goed je bent in vakken als natuur-, schei-, en wiskunde, terwijl bij managementvakken bijvoorbeeld je beheersing van Engels weer belangrijk is. Het is heel gebruikelijk dat je bij de decentrale selectie van een studie een toets moet maken waarbij de relevante onderwerpen aan bod komen. Voor opleidingen aan de kunstacademie is het gebruikelijk dat er een portfolio gevraagd wordt, eventueel gecombineerd met een kunstzinnige opdracht die je van de academie krijgt aangereikt.
Naast de vakinhoudelijke kennis die getest wordt zijn andere zaken tijdens de decentrale selectieprocedure ook van belang. Veel studies vragen je om een motivatiebrief te schrijven. Het is belangrijk dat je in deze brief concreet aangeeft waarom je denkt dat de studie goed bij je past. Het argument: “het lijkt me gewoon best wel een leuke studie…” is een voorbeeld van een argument waar onderwijsinstellingen niet erg van onder de indruk zullen zijn. Laat in je motivatiebrief goed merken dat jij je hebt ingelezen in de betreffende studie en waar je sterke punten op dat vlak liggen. Overigens is het ook heel gebruikelijk dat er om een cv wordt gevraagd door de universiteit of Hogeschool. Vermeld daarop relevante zaken die (het liefst) verband houden met de studie die je wilt gaan volgen.
De meeste studies vinden het erg belangrijk dat jij jezelf een beetje kent, en ook willen ze graag weten wat voor type persoon je bent. Persoonlijkheidstesten zijn daarom vaak een onderdeel van de selectie. Flexibiliteit, discipline, creativiteit, initiatief: in dit soort testen wordt gekeken hoe je op deze zaken scoort.
Een goede voorbereiding op de decentrale selectie is natuurlijk essentieel om de kans te vergroten dat je wordt aangenomen op de studie van je keuze. Voor de kennisonderdelen betekent dit dat je moet studeren op de onderwerpen: eigenlijk een beetje zoals je voor een examen of tentamen hebt gestudeerd. Voor de persoonlijkheidstesten en de motivatiebrief is het belangrijk dat je jezelf goed in kan schatten. Oefen bijvoorbeeld eens met een persoonlijkheidstest (een goede test, geen amateuristisch testje via internet) en bespreek met mensen hoe zij jou zien. Zorg natuurlijk ook dat je goed uitgerust en representatief op de gesprekken en toetsmomenten verschijnt. Dat scheelt namelijk al een stuk en maakt de kans op succes al behoorlijk groter.
