Neem vrijblijvend contact op
Spoedcursus studeren 4: Eigen verantwoordelijkheid

Spoedcursus studeren 4: Eigen verantwoordelijkheid

In de blogreeks ‘Spoedcursus studeren’ leggen we je alles uit wat je moet weten als je gaat studeren. In dit deel leggen we je uit hoe een studie verschilt van de middelbare school. Dat deden we in het vorige deel ook, maar nu focussen we ons specifiek op één onderdeel: je eigen verantwoordelijkheid. Op de middelbare school had je die ook al, maar in het vervolgonderwijs zet je nu de volgende stap.

Geen huiswerkcontrole

Als je gaat studeren, wordt er van je verwacht dat je zelfstandig kunt werken. Dat geldt zeker voor het hbo en de universiteit. Tijdens colleges wordt het huiswerk vaak niet besproken. Sommige docenten hanteren een ‘niet voorbereid, niet komen’-beleid: ze gaan ervan uit dat jij hebt gedaan wat je moest doen. Wanneer je de stof bestudeert en opdrachten maakt, is bovendien aan jou, en als je wilt uitzoeken wat je voor een bepaalde opdracht precies moet doen, is de studiehandleiding je beste vriend. Voor het mbo geldt dat vaak minder. Je hebt meer begeleid onderwijs, omdat je vaak ook wat jonger bent dan een gemiddelde student op het hbo of op de universiteit.

Aanwezigheidsplicht

Eén van de grootste verschillen tussen het mbo, hbo en de universiteit is de aanwezigheidsplicht. Op het mbo is deze feitelijk hetzelfde als op de middelbare school en mag je dus niets missen. Op het hbo mag je meestal twee colleges missen, maar komt het regelmatig voor dat een bijeenkomst facultatief (optioneel) is. Te veel gemist? Dan mag je het tentamen niet maken en zul je het vak opnieuw moeten doen. Op de universiteit hangt het van de grootte van je studie af. Bij grote studies is er bijna nooit een aanwezigheidsplicht voor de hoorcolleges: je kunt die soms zelfs via een livestream volgen. Bij de werkgroepen wordt er meestal wel op je gerekend. Bij kleine studies is de aanwezigheidsplicht er vaak wel. Die colleges worden ook minder vaak opgenomen of gelivestreamd.

Geen profielen, maar minors

Het idee van een opleiding of studie is dat je een richting kiest die je interesseert. Ook daarbinnen kun je je studie vaak nog verder verdiepen. Op het mbo kies je een specialisatie en op het hbo en de universiteit een minor of track. Een specialisatie geeft je iets extra’s voor op je cv, omdat je kunt laten zien dat je naast algemeen opgeleid ook expert bent op een bepaald gebied. Daarnaast kies je meestal een handjevol keuzevakken: die kunnen te maken hebben met je opleiding of juist met iets heel anders.

Elke mbo-opleiding heeft een basisdeel, een profieldeel en een keuzedeel. Het basisdeel en het profieldeel zijn voor alle studenten aan een opleiding hetzelfde. Het keuzedeel is vergelijkbaar met een minor. Elk keuzedeel is een vak. Het keuzedeel is iets waar jij je in specialiseert. Er zijn vier soorten keuzedelen: verdiepende, verbredende, remediërende en doorstroomkeuzedelen.

Een verdiepend keuzedeel gaat extra diep in op een stuk lesstof waar je al iets over weet: je verdiept er je kennis mee. Een verbredend keuzedeel gaat over iets anders dan wat je tot nu toe geleerd hebt: je verbreedt er je kennis mee. Een doorstroomkeuzedeel is bedoeld om daarna door te stromen naar een andere opleiding. Je kunt dan misschien een vrijstelling krijgen, of je spijkert je basiskennis bij. Een remediërend keuzedeel is om een achterstand in te halen. Stel dat je ergens iets minder van weet, dan kun je zo’n keuzedeel volgen om weer aan te haken.

Wisselende vakken en contacturen

Een studiejaar is altijd opgedeeld in blokken. Op het hbo en het mbo is een schooljaar meestal verdeeld in vier perioden van tien weken. Aan de universiteit bestaat een studiejaar vaak uit twee semesters, soms onderverdeeld in drie blokken. In bijna elke periode wissel je van vakken en aan het eind van een periode maak je een tentamen of opdracht. Na de tentamenweek begin je weer met een nieuw vak.

Lessen worden in het vervolgonderwijs (zeker op het hbo en op de universiteit) ook wel contacturen genoemd: dat zijn de uren die je op school doorbrengt om les te krijgen of college te volgen. Soms maak je dagen van zes of zeven uur, verdeeld over drie of meer vakken. Op andere dagen heb je maar twee uurtjes of zelfs helemaal geen les. In het begin van de opleiding zijn je dagen meestal het langst en heb je veel vakken. Daarna krijg je minder vakken, maar die zijn dan wel intensiever.

Op het mbo lijkt je lesrooster meer op dat van de middelbare school. Toch verandert dat ook. Aan het eind van je opleiding loop je vaak meer stage en ben je dus minder op school dan tijdens het eerste jaar.

 

exit